Pagina's

vrijdag 30 november 2012

Modern Hollands landschap

Molenlaan met regenboog, Pijnacker
Ik woon in een landbouwgebied. Maar zo ervaar ik dat niet. Doordeweeks fiets ik tussen de kassen door naar mijn werk in Zoetermeer. Ga ik in het weekend zomaar een stukje fietsen of wandelen, is het tussen de kassen. Het geeft mij het gevoel dat ik in een industrieel gebied woon. De complexen worden ook steeds groter en hoger. Ook De belemmeren de kassen het zicht op het polderlandschap. En is er een doorkijkje, dan zie ik in de verte de windturbines bij Bleiswijk of de nieuwe Hoogspanningsmasten van het KV 380 traject.

Het enige pluspunt vind ik de kleine kraampjes langs de weg. In de kassen rondom Pijnacker groeien veel bloemen maar ook groenten zoals komkommers en courgettes. Wat niet geschikt is voor de groothandel komt in die kraampjes terecht. Kromme courgettes willen we niet als consument in de supermarkt. Soms koop ik onderweg wat. Voor een euro of twee heb je een pond snijbonen of een zak met paprika's. Omrijden via Berkel levert rozen of hortensias op.
Vervallen kas aan de Molenlaan, Pijnacker







Sinds kort doe ik mee aan #UrbanSnap, een fotospel op Google+. Het werkt als volgt. Elke week kiezen de twee initiatiefnemers uit de Verenigde Staten een thema. Heb je een foto gemaakt die past in het gekozen thema, dan plaats je die op Google+. Foto's van over heel de wereld met hetzelfde onderwerp bij elkaar gezet, geven een aardig beeld van het dagelijkse straatbeeld. Hoe verschillend dat is en ook weer niet.

Zelf, fotografeer ik het liefste wat ik zoal onderweg tegenkom. Meestal vind ik wel iets wat past in het thema. De bijgevoegde foto's zijn het resultaat van de thema's Zig Zag en One kind of a Wall. Het aardige van het fotospel is dat ik met heel andere ogen naar mijn eigen omgeving ben gaan kijken. Het is een uniek modern Hollands landschap, voor wie het wil zien.

De zonsopgang aan de Monnikenweg, Pijnacker

Kas met orchideeën, langs de N470, Pijnacker




zondag 4 november 2012

Ruim je Ryck, deel 2


Begin dit jaar schreef ik over een zoektocht naar een goed voornemen voor 2012. Het moest een niet al te ingewikkeld voornemen zijn en dus vol te houden.

Nu was de gemeente Pijnacker-Nootdorp eind 2011 samen met Avalex een proef gestart. Het idee is dat bewoners afval inleveren op een centraal punt in ruil voor geld. Dat geld kun je schenken aan een goed doel of op je eigen rekening laten bijschrijven. Simpel te doen toch? Ik moest alleen nog een goed doel verzinnen.

Een week later bleek dat ik niets meer hoefde te verzinnen, want E. was al begonnen met inzamelen. Terwijl hij eerder had beweerd dat dat hele Ryck een onzinnig idee was.

Het gevolg is dat zolder en garage zijn opgeruimd en kledingkasten uitgemest. Dat leverde ons tot nu toe 20 euro op. Mijn echtgenoot zou het liefste de nee/nee sticker van onze brievenbus willen krabben. Dan schiet het tenminste een beetje op.

Wij zijn niet de enige die enthousiast zijn over de proef. Uit de evaluatie van de gemeente blijkt dat eenderde van alle huishoudens mee doet. Was je eerst een sukkel als je je oud papier en textiel wegbracht, nu ben je een sukkel als je het niet doet. Het gaat in een moeite door als je toch boodschappen gaat doen.

Vanwege het succes heeft het college van burgemeester en wethouders voorgesteld door te gaan met de proef. Ryck kan dan verder groeien en zijn kostendekkenheid bewijzen. Dat betekent wel dat de gemeente nu moet gaan betalen. De gemeenteraad heeft vraagtekens gezet bij de manier waarop. In deze tijd wil men geen lastenverzwaring, het gaat om 15 euro per huishouden. Aan de andere kant begrijpt iedereen dat het inzamelen van afval slimmer moet. Afval gaat vanwege de grondstoffen op termijn geld opleveren, veel geld. Het college is opnieuw aan het rekenen gegaan en het is even onduidelijk wanneer er een besluit genomen gaat worden. Ik hoop op een positief besluit, met Ryck heeft Pijnacker-Nootdorp zich als vernieuwer op de kaart gezet.

Wanneer er ontwikkelingen zijn hou ik jullie op de hoogte.


















woensdag 24 oktober 2012

Iedereen is welkom

Voor een koolmeesje




De tuin van mijn moeder is een plaatje. In alle seizoenen valt er wat te genieten of te ontdekken. Nu in de herfst vallen vooral de kleuren op. De natuur geeft een warm palet aan planten die afsterven en hun blad verliezen. Op de foto's is dat nog niet goed te zien, ze zijn van begin oktober.


Deze keer viel me nog iets anders op. Iets wat er al langer was, maar waar ik nooit op heb gelet. Door de hele tuin heen zag ik kleine huisjes. Een compleet dorp was het. Aan boomstammen, aan de muren, op een stronk en twee gewoon op de grond. Huisjes voor vogels, voor kabouters en voor kleine meisjes. Behalve de mollen mag iedereen in de tuin komen wonen.










Voor een winterkoninkje
De huisjes voor de vogels hangen met de opening naar het noordoosten. De volle zon staat er dan niet op en het regent niet in. Rond deze tijd van het jaar inspecteren de vogels hun toekomstige huisjes. Bijna elk jaar heeft mijn moeder een nest koolmeesjes en winterkoninkjes. De merels hebben het voor hen bestemde huisje nooit gebruikt. Het wordt nu bewoond door een kabouter.

Er zijn twee tuinhuisjes. In het ene wordt het tuingereedschap bewaard en de tafeltennistafel van mijn neefjes. Het andere is voor de fiets en het speelgoed van mijn kleine nichtjes.

Als ze op visite komen krijgt mijn moeder opdracht om haar fiets buiten te zetten. Want zo is het voor de dames onmogelijk om eten te koken. Ze zitten met hun beidjes aan een tafeltje met een serviesje er op. Mijn moeder brengt ze geschilde appels en vertelt dat dat de aardappelen zijn. 


Huisje voor 2 eendjes
Heerlijk om zo'n oma te hebben, maar ik had zo'n moeder. Ik herinner me dat mijn zus en ik moedertje speelden in een oude volkswagenbus. Die bus stond zonder motor bij ons op de oprit. Mijn vader had van twee bussen een goed exemplaar gemaakt voor zijn stukadoorsbedrijf. 

We hadden een tafeltje en stoelen naar binnen gesleept. Met onze poppen zaten we daar op een woensdagmiddag te schuilen voor de regen. Er werd op de deur getikt. Daar was mijn moeder met voor ons allebei een gebakken eitje met brood. Ons paradijs was compleet.













Meestal voor de fiets
Keuken van Margot en Suzanne

donderdag 18 oktober 2012

Lekker opgeruimd

Een hele woensdagmiddag ben ik er mee bezig geweest. Rond deze tijd van het jaar verwissel ik mijn zomerkleding voor mijn winterkleding. Alles gaat dan door mijn handen. Ik kijk wat er weg kan en wat nog wel een seizoen mee kan. Niets bijzonders, maar ik geniet enorm als alles weer netjes in de kast hangt. Op de planken liggen nu truien en vesten. Netjes op stapels en op kleur. Alle schoenen zijn gepoetst. De sandalen zijn naar zolder.

Soms doe ik de deur even open, zomaar. Geniet dan van deze zelfgeschapen orde en structuur. Strijk met met de rug van mijn hand langs de stof van de blouses en doe dan de deur dicht.
Freud heeft deze afwijking gecategoriseerd onder de anale persoonlijkheid, met een beschrijving van eigenschappen die ik hier niet allemaal ga noemen. Perfectionistisch is nog de vriendelijkste.

Mijn omgeving zal niet zeggen dat ik een overdreven opgeruimd persoon ben. Het zit ook meer in mijn hoofd, de neiging tot ordening. Boodschappen doen is veel leuker als ik bij de kassa alles in het gelid op de band kan zetten. Ik koop ook het liefste van alles twee exemplaren. Dat zorgt voor evenwicht bij het sorteren.


Wereldberoemd word ik niet met mijn stoornis. Hoewel, de Zwitserse kunstenaar, Ursus Wehri, is hard op weg om het te worden. Zijn derde boek over opruimkunst is net uit. Uitgeverij De Harmonie heeft de Nederlandse versie uitgegeven. Het kost 14,90 euro. Van de door Ursus Wehri  op orde gebrachte kunstwerken van Kadinski of Van Gogh wordt iedereen vrolijk. Kijk zelf maar eens hier. En komt er geen glimlach bij de bekende kunstwerken dan wel bij de op alfabet gesorteerde lettervermicelli in de soep.


woensdag 3 oktober 2012

Plakcampagne


Er zijn niet veel mensen die kunnen bogen op een plakcarriere. Ik kwam er mee in aanraking toen ik net in Rotterdam woonde en lid werd van de Partij van de Arbeid. Ik heb het dan, om in de plaksferen te blijven, over het tijdperk van de Loesje posters. We gingen plakken voor de verkiezingen van de provinciale staten. Ik mocht met de lijsttrekker, Jan Hoek van Dijke, op pad. Het was in die tijd in Rotterdam toegestaan om op gemeentelijke eigendommen te plakken. Toch hadden we een licht anarchistisch gevoel en hoopten dat de politie ons aan zou houden.
Vele verkiezingen lang heb ik geplakt. Met een groepje gelijkgestemden laat op de avond met emmer en veger over straat zwalken en het begrip gemeentelijk eigendommen op rekken, was mijn ultieme invulling van het begrip solidariteit. We eindigen meestal verkleumd in een kroeg. Plakromantiek dus.

Van de ene op de andere dag verschenen er vlak voor verkiezingen speciale borden voor de affiches. Alleen op deze borden mocht nog geplakt worden. Zo bespaarden gemeenten op schoonmaakkosten. En de borden konden hergebruikt worden. Er onstond een hele cultuur rond het plakken. Het was een wedstrijd wie als eerste op de borden verscheen. Over je collega's heen plakken deed je niet. Als er bij een ander een hoekje los zat nam je dat gelijke even mee. Toch voelde het een stuk minder romantisch om in afgepaste kaders te moeten plakken. Ik zie ook niet wat het electoraal oplevert om gezellig naast elkaar hangend. Oke, het is democratisch, iedereen even veel plakruimte.

Iemand van de gemeente stelde eens voor of het niet veel praktischer was als iedereen zijn affiche vooraf aanleverden. Een bedrijf zou dan alles keurig in de juiste volgorde plakken. Zo konden de borden in een keer geplaatst worden voor een klein bedrag. Plakkers van andere partijen reageerden furieus. Hoe kon iemand dat verzinnen, dat was het einde van alle plakromantiek. Voor mij was die romantiek toch al verdwenen.

Ook krijg ik steeds meer twijfels bij het electorale nut van onze plakcampagnes. Verkiezingcampagnes worden gestreden op de televisie en in de landelijke media. De verkiezingsborden vallen alleen op bij partijgenoten. Die gaan bellen wanneer onze posters er niet snel genoeg op zitten, te laag of slecht geplakt zijn. De vergrijzing van het ledenbestand van politieke partijen is zichtbaar onder ons plakkers. Deze keer was ik op pad met twee gepensioneerde heren. Alleen hun enthousiasme was niet navenant. Die posters moesten in de bovenin de onmogelijkste hoek. Ik heb met zweet in mijn handen de ladder vastgehouden. Het is gelukkig goed afgelopen en de posters hebben in geen jaren zo keurig gehangen.

De verkiezingsborden zijn al weer een paar weken opgeborgen. Ons nageplakte bedankje aan de kiezers heeft er niet lang gehangen. Wat rest is een gele plek in het gras. Wat mij betreft is het de laatste keer geweest, het plakken. Ik heb een advertentie bewaard van een bedrijf dat borden op ooghoogte plaats in de berm van de weg. Je hoeft alleen maar een bestandje van de affiche te mailen, lijkt me een stuk veiliger.



































































































zondag 19 augustus 2012

Groeten uit Ruurlo



 Deze vinexnomade is weer thuis. Na een zonnige vakantie van drie weken in de Achterhoek. We stonden op een boerencamping vlak bij Ruurlo en hebben daar heerlijk gefietst. En verder van alles gedaan wat je van een burgerlijk stel mag verwachten. De foto's hiervan kun je vinden op Flickr. Weer thuis, deden we de was, poetsten de caravan en maaiden het gras. Niets bijzonders dus. Toch was deze vakantie anders, het werd een participerende observatie in het kader van een sociologisch onderzoek. Dat kwam door een column in het NRC van Youp van 't Hek.

In deze column gebruikte hij de term vinexnomade. Hiermee bedoelde hij vijftigplussers die met de caravan op pad gaan in hun korte broek en witte sokken in sandalen. Dat was dan de mannelijke variant. De beschrijving van de vrouwelijke tegenhanger liet hij aan de fantasie van de lezer over. Het was in Youp zijn woorden: een lelijk wijf. Ik hoefde me dus niet aangesproken te voelen maar begreep wel dat hij mij bedoelde. En mijn echtgenoot natuurlijk, hoewel die nog geen vijftig is.

Wij zijn van het soort dat de vaderlandse wegen onveilig maakt met achter onze middenklasser een sleurhut. Een heren- en een damesfiets staan op de dissel, bij voorkeur van hetzelfde merk. Als we ons zelf verwennen is dat een exemplaar met trapondersteuning. We gaan het liefst naar een kleine camping want anders zijn er te veel kinderen en te veel herrie. We hebben een voortent of een luifel waarin we een tafeltje neer zetten. Aan weerszijden twee stoelen. Hierop zitten we met het gezicht naar het veldje zodat alles goed geobserveerd kan worden. Als we niet in Nederland blijven gaan we naar Frankrijk.

Nederland is ondertussen voorzien van een dekkend fietsknooppunten netwerk. Als je niet weet wat dat is ben je geen vinexnomade. Er is geen stukje platteland meer dat niet is opgenomen in dit fietsennetwerk. Bij het uitzetten er van is er op gelet dat met enige regelmaat een uitspanning wordt gepasseerd. Hier nemen we een kop koffie met appelpunt, maken we gebruik van het toilet en laden we indien nodig de fiets met trapondersteuning op. Bankjes onderweg zijn de belangrijkste voorziening. Hierop gezeten eten we onze boterhammen of schilt de vrouwelijke vinexnomade een appeltje dat samen wordt gedeeld.

De plattelanders spelen in op deze groeiende groep bezoekers. Men begint naast zijn boerenbedrijf een minicamping of een bed en breakfast. Een winkeltje met eerlijke producten al dan niet zelf gemaakt of geteeld zie je ook veel. Al is het maar een simpel kistje met courgettes met een blikje voor het geld er op gespijkerd. In Frankrijk gaat het om een chambre d'hote of een wijnproeverij op het chateaux.

Ik vind het een wonderlijk gebeuren. We denken dat we een unieke ervaring hebben terwijl we nagenoeg hetzelfde doen in onze vakanties. Een ingekaderd avontuur. En toch, ik heb drie heerlijke weken gehad als vinexnomade.

Youp, je foto staat facebook

zaterdag 4 augustus 2012

Valpartij

Het was geen asfalt waar ik op neer smakte. Daar plegen vooral Tour de France renners bij bosjes op terecht te komen. Het waren gewone Hollandse straatstenen, keurig gelegd in keperverband. Het kwam waarschijnlijk net zo hard aan en het was net zo onvrijwillig als alle valpartijen van de Raboploeg.

Aan het begin van onze fietstocht vanuit Ruurlo voelde ik of mijn halsketting met trollbeads er nog was. Hij kwam los in mijn hand en de bedels gleden weg. Met mijn andere hand kneep ik van schrik keihard in de remmen. Dat remmen was met mijn linkerhand, dat betekent de voorremmen en dan ga je over de kop. Ik zag de straatstenen dichterbij komen en de bedels alle kanten op rollen.

Het is mijn nachtmerrie, mijn ketting verliezen. In mijn droom ben ik dan ontroostbaar. De zilveren ketting kreeg ik voor mijn vijftigste verjaardag. De bedels heb ik gekregen van iedereen die mijn verjaardag kwam meevieren. Later zijn er nog een paar bijgekomen. Een tijdje was het voor Suzanne een leuk tijdverdrijf om bij mij op schoot te kruipen en bij elke bedel te vragen wat het voorstelde en van wie ik hem had gekregen. De vlinder die ik van mijn moeder kreeg, was voor haar favoriet.

Zodoende wist ik precies welke bedels ik om mijn nek had hangen voordat ik ze verloor en van mijn fiets viel. Dus toen ik op een muurtje langs de kant bij zat te komen van de schrik ging mijn eerste zorg uit naar mijn ketting en bedels. Dat was belangrijker dan het bloed en de pijn. EJ ging direct zoeken en ik kon alleen maar huilen bij het terug zien van mijn schatten. Op een na hebben we ze allemaal weer terug gevonden. De knoop die staat voor vriendschap en die ik kreeg van Mieke en Eveline is kwijt. Gelukkig kreeg ik van hen ook nog een lotus.

We zijn 's middags toch maar even naar de huisartsenpost gegaan. De wond was te gapend om netjes te helen en ik had pijn in mijn oren en was misselijk. De dokter lijmde het gat van mijn kin dicht, keek met een lampje in mijn oren, draaide mijn pols naar links en rechts, gaf mij een tetanusprik en oordeelde dat alles oke was. De dagen daarna voelde ik mij erg kwestbaar op de fiets. Alsof er overal naderend onheil te verwachten viel. Ik at een paar dagen moeilijk en ontdekte steeds weer nieuwe blauwe plekken.

Mij zul je dus niet meer horen over Robert Gesink en de andere jongens. Zij probeerden na iedere val gewoon verder te fietsen. Ik heb die dag niet meer gefietst en het duurde nog dagen voordat ik me weer zeker voelde en kon genieten. Petje af dus.




zaterdag 21 juli 2012

Dagje Dordt

Dagje Dordt, a set on Flickr.
Met de randstadrail en de trein naar Dordrecht voor een bezoek aan het Dordts museum. Een mooie tentoonstelling gezien van A.P. Schotel. Water, boten en luchten.

woensdag 4 juli 2012

Zomermuziek




Een zachte brom van een sportvliegtuigje hoog in de lucht. Voor mij is dat het teken dat het zomer is. Het betekent met blote voeten in het gras, buiten eten en aardbeien. Het geluid alleen al is voldoende om het in mijn hoofd zomer te laten zijn.

Deze week hoorde ik op de radio een interview met een man die geluiden verzamelt. Zo had hij het geluid opgeslagen van een lier die gebruikt werd bij een mijn vlak bij Roermond. Deze klinkt weer heel anders dan de lier van de mijn bij Kerkrade. Dat liet hij ons op de radio allemaal horen.  Voor oude mijnwerkers zou dat een feest der herkenning zijn. Een herinnering aan de tijd dat ze jong waren en met collega’s zwaar maar belangrijk werk verrichtten

Misschien dat hij ook het geluid op wil slaan van een sportvliegtuigje hoog in de lucht op een zonnige zomerdag. Dan zou ik dat geluid kunnen afluisteren voor een herinnering aan mooie zomers uit mijn jeugd. Dat zou mooi zijn. Alleen vraag ik me af of het ook zo werkt.
De mijnwerker kan bij het geluid van de lier ook ineens het zwarte gruis onder zijn nagels voelen en daarmee misschien de benauwenis onder de grond. Zoals ik bij het horen van het geluid van het vliegtuigje, weer terug kan zijn bij het moment dat ik als kind, verdwaald was in de duinen. En dacht dat ik achterna gezeten werd.

Ik denk dat ik het maar hou op het spontane moment dat het geluid van een sportvliegtuigje mijn hoofd binnenvliegt. Dan onstaan er associaties die horen bij een prettig gevoel. Ik heb een hele zomersymfonie klaarliggen die past bij dit geluid.
Stemmen van kinderen in de verte, die op gaan in hun spel. Een dikke bromvlieg die verdwaalt door de keuken vliegt en tegen het raam opbonst. Gordijnen die opwaaien door de wind en zacht langs mijn armen strijken. De geur van pas gemaaid gras.

Het geluid van het vliegtuigje alleen is al voldoende om deze beelden bij mij op te roepen.  Het is het verlangen naar de zomer en het verlangen om de zomer vast te houden.


woensdag 27 juni 2012

Ik wil slapen

De merels
Daar beginnen ze al. Voor mijn gevoel lig ik net in bed. De vogels, merels, zingen luid op zoek naar een partner en een territorium. Zij zijn ’s morgens altijd de eersten. Het is nog niet eens echt licht. Weten ze dan niet dat de kat nog buiten is. Een lekkere dikke merel om voor de deur te leggen. Gaat die andere nog harder zingen want hij is zijn maatje kwijt.

De randstadrail begint te rijden van Den Haag naar Rotterdam, van Rotterdam naar Den Haag. Pijnacker-Zuid ligt precies in het midden. De belletjes van de slagbomen, remmen en weer optrekken. Hoe vroeg moet je opstaan om de eerste trein te halen. Dan ben je toch niet goed wijs. Er is nog geen winkel of kantoor open.

De krantenjongen
Dan komt de krantenjongen de straat in gereden op zijn brommer. Hij is vandaag laat. Stopt bij de eerste brievenbus. Rijdt dan weer iets verder naar de volgende brievenbus, klepperdeklep. Op  naar de volgende brievenbus. Het geluid klinkt steeds verder weg. Zo die knul is de straat weer uit. Dan nog een krant in de straat hier achter en weg is hij weer. Op de fiets is veel gezonder joh.

Het begint al licht te worden, naast me klinkt gesnurk. Ik leg mijn hand op E. zijn schouder en zeg: je snurkt. Hij draait zich met een zucht op zijn zij. Nu moet ik wel op mijn linkerzij blijven liggen zodat ik nog een duwtje kan geven als het gesnurk weer begint.
Ik draai me toch weer op mijn rechterzij, omdat mijn arm in slaap valt. Mijn arm wel. Even ontspannen en aan niets denken. Nog even proberen te slapen. Waar is die ene oordop nu weer gebleven. Ik tast met mijn hand rond mijn kussen, niets. Ook eronder niet. Dan maar met dat oor op het kussen. Dus weer op de andere zij.

De buren
Bij de buren is de wekker al gegaan. Die staan door de week om zes uur op. Ik hoor geluiden in de badkamer, kraan open, kraan dicht. De trap naar beneden, weer naar boven, weer naar beneden. De voordeur en het portier van de auto. Zo, de buurman is de straat weer uit. Wat jammer nou, hebben ze de wasmachine aan gezet. Waarom nu, in het weekend is het veel goedkoper. Nog even en dan gaat de centrifuge weer. Eén keer maar, vandaag was het de fijne was.






Opstaan
Gebons op onze trap. Ja, hoor daar is de kat al aan de slaapkamerdeur, die heeft honger. Dat vijf kilo kat zoveel herrie kan maken. Ik wil nog slapen maar mijn voeten staan als vanzelf naast het bed. Het is zeven uur, de wekker is gegaan.

vrijdag 22 juni 2012

De laatste keer op papier in Zoetermeer

Vrijdagochtend 8.30 uur
8.30 uur. De aantekeningen van de griffier. Wie kan daar chocola van maken
Aan de slag
9.30 uur. Eens kijken of we alle stukken bij elkaar hebben.
De bode
12.30 uur. De bode: Zo dames, zijn de stukken al klaar?
Alles in de juiste volgorde
Nee, we zijn de tel kwijtgeraakt
Naar de repro om 13.30 uur
13.30 uur de Repro, 128 en 104 velletjes 90 keer afdrukken
De postbakjes om 14.30 uur.
14. 30 uur. De postvakjes ven de raadsleden nog helemaal leeg
Postzakken
Een uurtje of zeven. De stukken gaan met de koerier mee
Hoe laat zou de plof op de mat zijn?
En ze leefden nog lang en gelukkig in Zoetermeer.

Hier werd geschiedenis geschreven. De gemeenteraad is digitaal gegaan.

woensdag 20 juni 2012

Invalid Word


‘Dit moet ook nog naar het postiljon’. Het stond er echt, bij de tekst die ik kreeg om te plaatsen op onze website. De schrijver kon niet bedoeld hebben dat de tekst ook bezorgd moest worden bij het postiljon hotel. Zoetermeer heeft helemaal geen postiljon hotel. Gelukkig maar, want Zoetermeer is een moderne stad van ICT en leisure.
Daar past geen accommodatie bij met krakende vloeren, fluwelen gordijnen en een koperen bel. De hotelier, een hotel met de zo’n naam heeft een hotelier, zou ook niet weten wat hij met het raadsbesluit over de Oprichting van de Omgevingsdienst Haaglanden zou moeten.

'moderne postiljons'
Nee, de tekst moest naar het huis-aan-huisblad De Postiljon gestuurd worden voor publicatie op de gemeentepagina. De schrijver wist dus niet dat over de naam van dit huis-aan-huisblad diep was nagedacht. Deze naam is ontleend aan een mooi woord voor de koerier die de post komt brengen. Vroeger werd het nieuws van over de wereld of van familie en geliefden buiten stad, gewoon bij je thuis bezorgd. Tegenwoordig staat het online.

Bijna niemand weet meer wat een postiljon is. Dat is ook niet vreemd nu zelfs de postbode uitsterft. Sterker nog: volgens de Van Dale online bestaat het helemaal niet: ‘Het woord is verkeerd gespeld of het staat niet in het gratis woordenboek’. Jammer is het wel, want de uitdrukking postiljon d’amour gaat er mee verloren. Ik zag althans mijn puberende neven met hun ogen draaien toen ik die term gebruikte. Romantiek is aan hen niet besteed.

Het woord postiljon leidt bij mij onvermijdelijk naar de diligence met hoorngeschal over berg en dal. De schlager van de Selvera’s die mijn favoriet was, toen ik als kind in Hotel de Zwarte Boer bij Leuvenum een liedje mocht uitzoeken op de juke-box. Bijna had ik gekozen voor Achter het stille klooster van de Zangeres Zonder Naam. Gelukkig voor de hotelgasten had ik maar één kwartje.

Ik wist ook niet meer wat het woord precies betekende. Door het gebruik van de spellingscontrole ben ik minder met taal bezig. Ik betrap me er steeds vaker op dat ik een woord globaal type en dan afwacht wat de spellingscontrole er van zegt. Ik weet niet meer waar de puntjes bij ideeën geplaatst moeten worden. Mijn woordenschat en kennis van de Nederlandse taal is beslist kleiner geworden. Het spelletje wordfeud helpt ook niet echt bij het op peil houden van mijn woordenschat. Heel vaak leg ik een woord, waarvan ik zeker denk te weten dat het bestaat, zegt het spel: Invalid Word. Geef mij maar Scrabble. Door een stevige discussie met je tegenspeler kon je er nog wat uitslepen. In ieder geval stak ik nog wat op van het er bij gesleepte bewijsmateriaal.

Vroeger was alles beter. Ik ben duidelijk van de vorige eeuw en kan achter de postkoets aan de geschiedenis in. De Selvera’s scoorden hun platina-hit in mijn geboortejaar. Eén Selvera heeft nog een solocarrière gehad. Als Mieke Bos was ze onder andere te zien in Q en Q. Dat was in 1974.


zondag 10 juni 2012

De kunst van het scheiden




Mijn favoriete toetje is Crème brûlée. Zo’n zacht romig puddinkje van melk en room met een laagje suiker er op. Onder de grill is dat suikerlaagje tot een krokant geheel gebrand. Stel je voor dat je daar een hapje van neemt. Een hapje met precies genoeg vla en precies genoeg van het knapperige suikerlaagje. Mijn mondhoeken gaan dan omhoog van blijdschap. En dan heb ik er nog niets van gegeten.

Een paar jaar geleden maakte ik dit overheerlijke toetje zelf. In de supermarkt kon je toen van een Deens merk eierdooiers en eiwitten los kopen. Erg handig, maar van de ene op de andere dag werd dat niet meer verkocht. Ik had de hoop dat het rond de kerst weer terug zou komen in de schappen, maar nee. Het zal wel aan de angst voor salmonella gelegen hebben. Aan het zelf scheiden van eidooiers en eiwitten heb ik me na één keer niet opnieuw gewaagd.

zondag 3 juni 2012

Moord en doodslag


De helft van alle verkochte boeken op dit moment is een thriller. Vroeger haalde je je neus op voor het genre. Met de boeken van John Grisham kwam daar een kentering in en sinds Nicci French en in Nederland bijvoorbeeld Saskia Noort, ligt een thriller op de bekende koffietafel.


Reden voor de thrillerfansite Crimezone een zogenaamde Canon van de Misdaadliteratuur samen te stellen. Zo vlak voor de zomer een goed moment. De canon bestaat uit 50 thrillers en misdaadromans, hieronder heb ik de eerste 10 geplakt.

zondag 27 mei 2012

Een filosoof voor mijn verjaardag

De Nederlandse filosofie heeft een paar jonge goden. Een kenden we al, Rob Wijnberg. Hoofdredacteur van nrc.next en onder andere columnist voor het NRC Handelsblad en De Groene Amsterdammer. Hij was een paar jaar geleden gast in het programma Zomergasten van de VPRO. Zijn optreden maakte toen veel indruk op mij, briljant en fris.

Een andere ietsje oudere jonge god is Coen Simon. Eerder schreef ik al een stukje over zijn boek Zo begint iedere ziener. Een boek over alledaagse zaken met een bijzondere verklaring. Voor wie mijn stukje wil nalezen, ik heb de tekst hieronder geplakt (meer lezen). Coen Simon kreeg dit jaar de Socrates wisselbeker uitgereikt, voor zijn boek En toen wisten we alles, een pleidooi voor oppervlakkigheid.

De afgelopen weken las ik twee stukjes in de krant met een aansprekende relativerende kijk op ons modern getob. En die bleken dus geschreven te zijn door Coen Simon.

donderdag 17 mei 2012

We zijn weer thuis



Brabant 2012, a set on Flickr.
Doorkijkje vanaf de  camping 

Over kamperen en de relatie tussen Brabant en Spanje.


We waren we een weekje in Noord-Brabant. Kamperen vlak bij mijn geboortestad Breda. Het was er geen weer voor en veel te koud. Maar zodra we ons geïnstalleerd hebben en ik mijn stoel uitklap daalt de rust neer. Genieten van het groen en vogels die volop fluiten. Kijk zelf maar eens naar deze foto. Of de foto hieronder van een zandverstuiving op de Vrachelse heide.



zondag 29 april 2012

Is het wijs of is het wijs




Daar moest een doordachte strategie achter zitten dacht ik donderdagochtend over de opstelling van Diederik Samsom. Zelf zou ik niet in staat zijn om de roep van de andere partijen te weerstaan. Niets is leuker en geeft meer energie dan samen aan oplossingen voor een probleem te werken.

Donderdagavond tijdens het kamerdebat keek Diederik Samsom alsof hij niet op een partijtje was uitgenodigd. Hij kende het gevoel hoe geweldig het is om met anderen samen ergens aan te werken, dus ook. En had zich moeten inhouden om niet mee te doen of was er wat anders aan de hand?

De volgende morgen was het algemene oordeel dat Diederik Samsom de verliezer was. Alleen fragmenten uit het debat die dat moesten bewijzen waren te horen op de radio. De euforie van Jolanda Sap, Alexander Pechtold en Arie Slob over het resultaat was grenzeloos. Maar wat hebben ze eigenlijk binnengehaald. Een akkoord vol losse eindjes.

woensdag 25 april 2012

Recept voor visrisotto


Had ineens zin om vanavond risotto te eten. Gelukkig lag in de diepvries nog een zak zeevruchten. De basis voor een lekkere visrisotto was daarmee gelegd. Ik had nog een courgette, tomaatjes en champignons en omdat dat me nog niet groen genoeg was een klein blikje erwten. Op de een of andere manier horen erwten in een risotto. Met wat geraspte kaas en veel peterselie. Het is helemaal opgegaan.

Ik gebruik een recept uit een boekje dat ik kreeg bij mijn eerste wok. Ik heb geen jaartal in het boekje kunnen vinden, maar het heet Het beste Wadjan/Wok kookboek. Als auteur wordt Fokkelien Dijkstra vermeld. Zag op internet dat het bij bol.com nog steeds te koop is voor 7 euro.

Ik heb het recept wel aangepast naar mijn eigen smaak en kookstijl (een beetje aanrommelen met wat je toevallig hebt). Meestal doe ik er geen groente in, maar serveer er een groen salade bij. Rode puntpaprika’s en een spaans pepertje maken het tot een kleurig gerecht.

woensdag 18 april 2012

Ruim je Ryck

Ruim je Ryck, a set on Flickr.

Zo worden we gelokt
Begin dit jaar was ik op zoek naar een goed voornemen voor 2012. Een voornemen dat niet al te ingewikkeld was en vol te houden. Nu was de gemeente Pijnacker-Nootdorp in het najaar een proef gestart samen met Avalex. Het idee is dat bewoners afval inzamelen en inleveren op een centraal punt in ruil voor geld. Dat geld kun je schenken aan een goed doel of op je eigen rekening laten bijschrijven.
Goed te doen toch? Ik moest alleen nog een goed doel verzinnen.


Een week later bleek dat ik niets meer hoefde te verzinnen, want hier in huis was E. al begonnen met inzamelen. En dat terwijl hij eerder had beweerd dat het een onzinnig idee was. Het gevolg is wel, half april, dat we de zolder hebben opgeruimd, de kledingkast uitgemest. Dat leverde tot nu toe € 8,62 op. Dus zeg voor het gemak, de eerste drie maanden € 9,00. Dat is in een jaar tijd ongeveer € 36,00.En we gaan door. E. zou het liefste de nee/nee sticker van onze brievenbus willen krabben, dan schiet het tenminste een beetje op.