Pagina's

woensdag 24 oktober 2012

Iedereen is welkom

Voor een koolmeesje




De tuin van mijn moeder is een plaatje. In alle seizoenen valt er wat te genieten of te ontdekken. Nu in de herfst vallen vooral de kleuren op. De natuur geeft een warm palet aan planten die afsterven en hun blad verliezen. Op de foto's is dat nog niet goed te zien, ze zijn van begin oktober.


Deze keer viel me nog iets anders op. Iets wat er al langer was, maar waar ik nooit op heb gelet. Door de hele tuin heen zag ik kleine huisjes. Een compleet dorp was het. Aan boomstammen, aan de muren, op een stronk en twee gewoon op de grond. Huisjes voor vogels, voor kabouters en voor kleine meisjes. Behalve de mollen mag iedereen in de tuin komen wonen.










Voor een winterkoninkje
De huisjes voor de vogels hangen met de opening naar het noordoosten. De volle zon staat er dan niet op en het regent niet in. Rond deze tijd van het jaar inspecteren de vogels hun toekomstige huisjes. Bijna elk jaar heeft mijn moeder een nest koolmeesjes en winterkoninkjes. De merels hebben het voor hen bestemde huisje nooit gebruikt. Het wordt nu bewoond door een kabouter.

Er zijn twee tuinhuisjes. In het ene wordt het tuingereedschap bewaard en de tafeltennistafel van mijn neefjes. Het andere is voor de fiets en het speelgoed van mijn kleine nichtjes.

Als ze op visite komen krijgt mijn moeder opdracht om haar fiets buiten te zetten. Want zo is het voor de dames onmogelijk om eten te koken. Ze zitten met hun beidjes aan een tafeltje met een serviesje er op. Mijn moeder brengt ze geschilde appels en vertelt dat dat de aardappelen zijn. 


Huisje voor 2 eendjes
Heerlijk om zo'n oma te hebben, maar ik had zo'n moeder. Ik herinner me dat mijn zus en ik moedertje speelden in een oude volkswagenbus. Die bus stond zonder motor bij ons op de oprit. Mijn vader had van twee bussen een goed exemplaar gemaakt voor zijn stukadoorsbedrijf. 

We hadden een tafeltje en stoelen naar binnen gesleept. Met onze poppen zaten we daar op een woensdagmiddag te schuilen voor de regen. Er werd op de deur getikt. Daar was mijn moeder met voor ons allebei een gebakken eitje met brood. Ons paradijs was compleet.













Meestal voor de fiets
Keuken van Margot en Suzanne

donderdag 18 oktober 2012

Lekker opgeruimd

Een hele woensdagmiddag ben ik er mee bezig geweest. Rond deze tijd van het jaar verwissel ik mijn zomerkleding voor mijn winterkleding. Alles gaat dan door mijn handen. Ik kijk wat er weg kan en wat nog wel een seizoen mee kan. Niets bijzonders, maar ik geniet enorm als alles weer netjes in de kast hangt. Op de planken liggen nu truien en vesten. Netjes op stapels en op kleur. Alle schoenen zijn gepoetst. De sandalen zijn naar zolder.

Soms doe ik de deur even open, zomaar. Geniet dan van deze zelfgeschapen orde en structuur. Strijk met met de rug van mijn hand langs de stof van de blouses en doe dan de deur dicht.
Freud heeft deze afwijking gecategoriseerd onder de anale persoonlijkheid, met een beschrijving van eigenschappen die ik hier niet allemaal ga noemen. Perfectionistisch is nog de vriendelijkste.

Mijn omgeving zal niet zeggen dat ik een overdreven opgeruimd persoon ben. Het zit ook meer in mijn hoofd, de neiging tot ordening. Boodschappen doen is veel leuker als ik bij de kassa alles in het gelid op de band kan zetten. Ik koop ook het liefste van alles twee exemplaren. Dat zorgt voor evenwicht bij het sorteren.


Wereldberoemd word ik niet met mijn stoornis. Hoewel, de Zwitserse kunstenaar, Ursus Wehri, is hard op weg om het te worden. Zijn derde boek over opruimkunst is net uit. Uitgeverij De Harmonie heeft de Nederlandse versie uitgegeven. Het kost 14,90 euro. Van de door Ursus Wehri  op orde gebrachte kunstwerken van Kadinski of Van Gogh wordt iedereen vrolijk. Kijk zelf maar eens hier. En komt er geen glimlach bij de bekende kunstwerken dan wel bij de op alfabet gesorteerde lettervermicelli in de soep.


woensdag 3 oktober 2012

Plakcampagne


Er zijn niet veel mensen die kunnen bogen op een plakcarriere. Ik kwam er mee in aanraking toen ik net in Rotterdam woonde en lid werd van de Partij van de Arbeid. Ik heb het dan, om in de plaksferen te blijven, over het tijdperk van de Loesje posters. We gingen plakken voor de verkiezingen van de provinciale staten. Ik mocht met de lijsttrekker, Jan Hoek van Dijke, op pad. Het was in die tijd in Rotterdam toegestaan om op gemeentelijke eigendommen te plakken. Toch hadden we een licht anarchistisch gevoel en hoopten dat de politie ons aan zou houden.
Vele verkiezingen lang heb ik geplakt. Met een groepje gelijkgestemden laat op de avond met emmer en veger over straat zwalken en het begrip gemeentelijk eigendommen op rekken, was mijn ultieme invulling van het begrip solidariteit. We eindigen meestal verkleumd in een kroeg. Plakromantiek dus.

Van de ene op de andere dag verschenen er vlak voor verkiezingen speciale borden voor de affiches. Alleen op deze borden mocht nog geplakt worden. Zo bespaarden gemeenten op schoonmaakkosten. En de borden konden hergebruikt worden. Er onstond een hele cultuur rond het plakken. Het was een wedstrijd wie als eerste op de borden verscheen. Over je collega's heen plakken deed je niet. Als er bij een ander een hoekje los zat nam je dat gelijke even mee. Toch voelde het een stuk minder romantisch om in afgepaste kaders te moeten plakken. Ik zie ook niet wat het electoraal oplevert om gezellig naast elkaar hangend. Oke, het is democratisch, iedereen even veel plakruimte.

Iemand van de gemeente stelde eens voor of het niet veel praktischer was als iedereen zijn affiche vooraf aanleverden. Een bedrijf zou dan alles keurig in de juiste volgorde plakken. Zo konden de borden in een keer geplaatst worden voor een klein bedrag. Plakkers van andere partijen reageerden furieus. Hoe kon iemand dat verzinnen, dat was het einde van alle plakromantiek. Voor mij was die romantiek toch al verdwenen.

Ook krijg ik steeds meer twijfels bij het electorale nut van onze plakcampagnes. Verkiezingcampagnes worden gestreden op de televisie en in de landelijke media. De verkiezingsborden vallen alleen op bij partijgenoten. Die gaan bellen wanneer onze posters er niet snel genoeg op zitten, te laag of slecht geplakt zijn. De vergrijzing van het ledenbestand van politieke partijen is zichtbaar onder ons plakkers. Deze keer was ik op pad met twee gepensioneerde heren. Alleen hun enthousiasme was niet navenant. Die posters moesten in de bovenin de onmogelijkste hoek. Ik heb met zweet in mijn handen de ladder vastgehouden. Het is gelukkig goed afgelopen en de posters hebben in geen jaren zo keurig gehangen.

De verkiezingsborden zijn al weer een paar weken opgeborgen. Ons nageplakte bedankje aan de kiezers heeft er niet lang gehangen. Wat rest is een gele plek in het gras. Wat mij betreft is het de laatste keer geweest, het plakken. Ik heb een advertentie bewaard van een bedrijf dat borden op ooghoogte plaats in de berm van de weg. Je hoeft alleen maar een bestandje van de affiche te mailen, lijkt me een stuk veiliger.