Pagina's

zaterdag 4 augustus 2012

Valpartij

Het was geen asfalt waar ik op neer smakte. Daar plegen vooral Tour de France renners bij bosjes op terecht te komen. Het waren gewone Hollandse straatstenen, keurig gelegd in keperverband. Het kwam waarschijnlijk net zo hard aan en het was net zo onvrijwillig als alle valpartijen van de Raboploeg.

Aan het begin van onze fietstocht vanuit Ruurlo voelde ik of mijn halsketting met trollbeads er nog was. Hij kwam los in mijn hand en de bedels gleden weg. Met mijn andere hand kneep ik van schrik keihard in de remmen. Dat remmen was met mijn linkerhand, dat betekent de voorremmen en dan ga je over de kop. Ik zag de straatstenen dichterbij komen en de bedels alle kanten op rollen.

Het is mijn nachtmerrie, mijn ketting verliezen. In mijn droom ben ik dan ontroostbaar. De zilveren ketting kreeg ik voor mijn vijftigste verjaardag. De bedels heb ik gekregen van iedereen die mijn verjaardag kwam meevieren. Later zijn er nog een paar bijgekomen. Een tijdje was het voor Suzanne een leuk tijdverdrijf om bij mij op schoot te kruipen en bij elke bedel te vragen wat het voorstelde en van wie ik hem had gekregen. De vlinder die ik van mijn moeder kreeg, was voor haar favoriet.

Zodoende wist ik precies welke bedels ik om mijn nek had hangen voordat ik ze verloor en van mijn fiets viel. Dus toen ik op een muurtje langs de kant bij zat te komen van de schrik ging mijn eerste zorg uit naar mijn ketting en bedels. Dat was belangrijker dan het bloed en de pijn. EJ ging direct zoeken en ik kon alleen maar huilen bij het terug zien van mijn schatten. Op een na hebben we ze allemaal weer terug gevonden. De knoop die staat voor vriendschap en die ik kreeg van Mieke en Eveline is kwijt. Gelukkig kreeg ik van hen ook nog een lotus.

We zijn 's middags toch maar even naar de huisartsenpost gegaan. De wond was te gapend om netjes te helen en ik had pijn in mijn oren en was misselijk. De dokter lijmde het gat van mijn kin dicht, keek met een lampje in mijn oren, draaide mijn pols naar links en rechts, gaf mij een tetanusprik en oordeelde dat alles oke was. De dagen daarna voelde ik mij erg kwestbaar op de fiets. Alsof er overal naderend onheil te verwachten viel. Ik at een paar dagen moeilijk en ontdekte steeds weer nieuwe blauwe plekken.

Mij zul je dus niet meer horen over Robert Gesink en de andere jongens. Zij probeerden na iedere val gewoon verder te fietsen. Ik heb die dag niet meer gefietst en het duurde nog dagen voordat ik me weer zeker voelde en kon genieten. Petje af dus.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten